Arne Willy DAHL
RESUME - Le statut juridique de l’opposant armé lors de conflits armés non internationaux
Les opposants armés dans le cadre de conflits armés internes ne bénéficient pas de
la protection accordée aux combattants réguliers lors de conflits internationaux. On
reconnaît d’ordinaire aux résistants armés participant à un conflit intérieur une
protection partielle et conditionnelle comme combattant. Cette protection est partielle
parce qu’elle ne s’applique que par rapport à des Etats extérieurs (des « tiers »),
mais pas par rapport à l’adversaire (le gouvernement). Elle est conditionnelle parce
qu’elle peut être supprimée pour des raisons politiques.
Les Etats tiers considèreront habituellement les actes des combattants armés comme
des délits politiques et ne poursuivront ou extraderont pas ces personnes si elles se
réfugient dans leur pays. Dans la pratique, l’opposant armé qui a pu fuir vers un tiers
pays se retrouvera dans une position similaire à celle d’un combattant régulier d’une
partie belligérante. C’est comme si ce pays avait reconnu son mouvement comme
parti belligérant et ses membres armés comme combattants réguliers. Par contre, si
ces pays le souhaitent, ils peuvent choisir – pour autant que leur législation le permet
– de coopérer avec le gouvernement du pays touché par les actions de l’opposition
armée et extrader le supposé criminel. Ceci est le résultat logique de la flexibilité de
la notion « délit politique », qui n’est pas définie dans le droit international.
L’immunité du combattant ne signifie pas pour autant impunité pour les crimes de
guerre. Les dispositions du droit pénal international limitent la juridiction nationale
quant il s’agit de sujets étrangers ayant commis des faits à l’étranger, mais elles ne
s’appliquent pas aux « crimes internationaux », parmi lesquels se retrouvent les
infractions graves aux Conventions de Genève et leurs Protocoles additionnels et
d’autres délits graves se rapportant aux conflits armés. Les actes de terrorisme se
retrouvent également sous cette qualification. Non seulement le droit international
peut lever les restrictions de compétence par rapport aux sujets étrangers, mais il
peut aussi imposer aux Etats (par voie de traités) de prévoir explicitement pareille
compétence dans leur droit interne. Dans ces cas, il y a également obligation
d’extradition si l’Etat préfère ne pas poursuivre lui-même.
Les opposants armés qui respectent le droit des conflits armés non internationaux ne
peuvent être poursuivis devant le TPI ou devant d’autres cours ou tribunaux
internationaux et ne doivent pas être poursuivis par des pays tiers ou extradés par
eux vers le pays où l’opposition armée a eu lieu. Des crimes de guerre et des actes
de gravité similaire cependant doivent toujours faire l’objet d’une instruction et être
poursuivis, même lorsque l’auteur s’est réfugié dans un autre pays.
SAMENVATTING - Het juridisch statuut van de gewapende opposant in interne gewapende conflicten
Gewapende opposanten in het kader van interne gewapende conflicten genieten
niet van de bescherming die wettige strijders bij internationale conflicten krijgen. Zij
genieten doorgaans wel een gedeeltelijke en voorwaardelijke bescherming als strijder.
Deze bescherming is gedeeltelijk omdat zij enkel geldt ten aanzien van buitenlandse
(«derde») staten, maar niet ten aanzien van de tegenstander (de eigen regering). Ze
is voorwaardelijk omdat zij steeds om politieke redenen kan worden ingetrokken.
Derde Staten zullen de daden van gewapende opposanten doorgaans als politieke
misdrijven beschouwen en deze personen niet vervolgen noch uitleveren wanneer zij
naar die Staten vluchten. In de praktijk zal de positie van de gewapende opposant
die naar het buitenland vlucht analoog zijn als die van een lid van een erkende
oorlogvoerende partij, alsof die derde Staat zijn groepering als een oorlogvoerende
partij zal hebben erkend en de gewapende leden ervan als wettelijke strijders.
Nochtans kunnen derde landen, afhankelijk van hun wetgeving, indien zij dat wensen,
ook samenwerken met de regering van het land waar de gewapende oppositie
wordt gevoerd en als zodanig de beweerde misdadiger uitleveren. Dit is het gevolg
van de flexibiliteit van het begrip «politiek misdrijf», dat nergens in het internationaal
recht wordt gedefinieerd.
De immuniteit van de strijder betekent evenwel niet dat hij ook ongestraft zou blijven
voor begane oorlogsmisdaden. Het internationaal strafrecht beperkt de nationale
bevoegdheid over onderdanen van andere Staten die in het buitenland misdrijven
hebben begaan, maar die bepalingen gelden niet voor «internationale misdaden»
zoals de ernstige inbreuken op de Verdragen van Genève en hun aanvullende
protocollen en andere ernstige misdrijven in verband met gewapende conflicten.
Daden van terrorisme vallen eveneens hieronder. Niet alleen kan het internationaal
recht de bevoegdheidsbeperking ten aanzien van buitenlandse onderdanen opheffen,
maar zij kan zelfs verdragsrechtelijk aan de Staten opleggen om dergelijke
bevoegdheid uitdrukkelijk in hun interne wetgeving op te nemen. In dat geval is de
Staat ook verplicht om de persoon uit te leveren indien hij die niet zelf wenst te
vervolgen.
Gewapende opposanten die het recht der niet-internationale gewapende conflicten
naleven kunnen niet worden vervolgd voor het Internationaal Strafhof of voor andere
internationale hoven of rechtbanken en zij moeten ook niet worden vervolgd door
derden Staten of uitgeleverd naar het land waar de gewapende oppositie werd
gevoerd. Oorlogsmisdaden en daden van gelijke zwaarwichtigheid moeten echter
steeds worden onderzocht en vervolgd, zelfs indien de dader in een derde Staat
werd opgevangen.
SUMMARY - The legal status of the opposition fighter in internal armed conflict
Armed opposition fighters in internal armed conflicts do not enjoy combatant immunity
like lawful combatants in international armed conflicts do. It is submitted that armed
opposition fighters who participate in an internal armed conflict in practise enjoy a
partial and conditional combatant immunity. This «immunity» is partial, because it will
only appear in relation to external («third») states, not in relation to the adverse party
(the government). It is conditional, because it can be withdrawn for political reasons.
External powers will usually regard the acts of armed opposition fighters as political
crimes, and not prosecute or extradite such persons if they take refuge in their
country. Thus, the armed opposition fighter who has found his way to a third state
could, from a practical point of view, be in a situation as if the third state had recognised
his movement as a belligerent party and its armed members as lawful combatants.
On the other hand, if the third state wishes to do so, it might, depending on its internal
legislation, have the option to co-operate with the government of the country suffering
under the activities of the armed opposition by extraditing the alleged offender. This
follows from the flexibility of the concept of «political crime», which has no positive
definition in International Law.
Combatant immunity does not afford impunity from war crimes. The rules of
International Criminal Law restricting the jurisdiction over foreign nationals having
committed criminal acts abroad does not extend to «international crimes», among
which we find grave breaches of the Geneva Conventions and the Additional Protocols
and other serious offences related to armed conflicts. Acts of terrorism do also fall
within this group. In addition to lifting the restrictions on jurisdiction over foreign
nationals, International Law can also give states a conventional duty to establish such
jurisdiction in their National Law. There is also a duty to extradite in such cases, if one
prefers not to prosecute.
Armed opposition fighters who abide with the Law of non-international armed conflict
can not be prosecuted before the ICC or other international courts or tribunals, and
should not be prosecuted by third states or extradited to the country where the
armed activity has taken place. War crimes and acts of a similar gravity should,
however, be investigated and prosecuted, also when the offender has taken refuge
in a third country.
ZUSAMMENFASSUNG - Das Rechtsstatut des bewaffneten Rebellen bei inneren, bewaffneten Konflikten
Bewaffnete Rebellen genießen im Rahmen innerer bewaffneter Konflikte nicht den
von legitimen Kämpfern bei internationalen Konflikten erhaltenen Schutz. Als Kämpfer
genießen sie in der Regel aber wohl einen partiellen und bedingungsgebundenen
Schutz. Weil dieser Schutz nur für Ausländische Staaten (dritte Staaten) und nicht für
Gegner der (eigenen) Regierung zutrifft, ist er nicht vollständig. Außerdem ist er
unvollständig, weil er zu jeder Zeit wegen politischer Gründe entzogen werden kann.
Dritte Staaten werden die Akte bewaffneter Rebellen meistens als Staatsschutzdelikte
betrachten und diese Personen - falls sie in diese Staaten fliehen - weder verfolgen
noch ausliefern. In der Praxis wird die Lage des ins Ausland fliehenden bewaffneten
Rebellen der Lage eines Mitglieds einer anerkannten, kriegsführenden Parteien
entsprechen, als wie dieser dritte Staat seine Gruppierung als eine anerkannte,
kriegsführende Partei betrachten würde und deren bewaffneten Mitglieder als
gesetzlich anerkannte Rebellen. Trotzdem sind dritte Staaten - von der Gesetzgebung
abhängig - in der Lage, falls gewünscht, ebenfalls mit der Regierung des Staates, in
dem die bewaffnete Opposition betrieben wird, zusammenzuarbeiten und als solches
den mutmaßlichen Verbrecher auszuliefern. Dies ist der Konsequenz der Flexibilität
des nicht im Internationalen Recht definierten Begriffs «Staatsschutzdelikt».
Die Immunität des Kämpfers bedeutet allerdings nicht, dass dieser darüber hinaus
für verübte Kriegsverbrechen ungestraft bleiben würde. Das Internationale Strafrecht
begrenzt die nationale Zuständigkeit auf Angehörige anderer Staaten, die im
Außenland Verbrechen verübt haben, aber diese Bestimmungen gelten nicht für
«internationale Verbrechen», wie ernsthafte Verletzungen der Genfer Konventionen
und dessen zusätzlichen Protokolle und andere, schwere Verbrechen im
Zusammenhang mit bewaffneten Konflikten. Auch die Terrorakte fallen hierunter.
Das Internationale Recht kann nicht nur die Zuständigkeitsbegrenzung in Bezug auf
ausländische Angehörige aufheben, aber kann den Staaten vertragsrechtlich sogar
auferlegen derartige Zuständigkeit ausdrücklich in dessen innere Gesetzgebung
auf zu nehmen. In diesem Fall ist der Staat ebenfalls dazu verpflichtet, die Person,
gegen welche er nicht selber vorgehen will, auszuliefern.
Bewaffnete Rebellen, die dem Recht der nicht internationalen bewaffneten Konflikte
nachkommen, können nicht vor dem Internationalen Strafgerichtshof oder vor anderen
Internationalen Höfen oder Gerichten verfolgt werden und müssen auch nicht von
dritten Staaten verfolgt oder an den Staat, in dem die bewaffnete Opposition betrieben
wurde, ausgeliefert werden. Kriegsverbrechen und gleich schwerwiegende Akte
müssen jedoch immer untersucht und verfolgt werden, sogar wenn der Täter in
einen dritten Staat aufgefangen wurde.
RIASSUNTO - Lo statuto giuridico dell’avversario armato durante conflitti armati non internazionali
Gli oppositori armati nell’ambito di conflitti armati interni non beneficiano della protezione
concessa ai combattenti regolari dei conflitti internazionali. Normalmente, viene data una
protezione parziale e condizionale di combattente, ai resistenti armati che partecipano
ad un conflitto interno. Tale protezione è parziale perché si applica unicamente su base
di Stati esteri (terzi) ma non su base dell’avversario (il governo). E’ condizionale perché
puo’ essere negata per ragioni politiche.
Gli Stati terzi considerano normalemente gli atti dei combattenti armati come dei
delitti politici e le persone non corrono rischi di processo o di estradizione se cercano
rifugio nel loro paese. In pratica, un oppositore armato che puo’ fuggire verso un
paese terzo si ritroverà nella stessa situazione del combattente regolare di una parte
belligerante. E’ come se questo paese avesse riconosciuto il suo movimento come
partito belligerante e i suoi membri armati come combattenti regolari. Pero’, tali paesi
possono, se la loro legislazione lo prevede, cooperare col governo del paese dove ci
sono azioni dell’opposizione armata, e estradare il presunto criminale. Tutto cio’ è il
risultato logico della flessibilità della nozione di «delitto politico», che non è definita nel
diritto internazionale.
L’immunità del combattente non significa pero’ l’impunità per i crimini di guerra. Le
disposizioni del diritto penale internazionale limitano la giurisdizione nazionale quando
si tratta di cittadini stranieri che hanno commesso dei fatti all’estero, ma non si applicano
ai «crimini internazionali», come le infrazioni gravi alle Convenzioni di Ginevra e i Protocolli
addizionali e altri delitti gravi relativi ai conflitti armati. Gli atti di terrorismo sono ripresi in
questa definizione. Il diritto internazionale puo’ non soltanto revocare le restrizioni di
competenza per i soggetti stranieri, ma puo’ anche imporre agli Stati (con trattati) di
contemplare esplicitamente questa competenza nel loro diritto interno. In questi casi,
vige ugualmente l’obbligo di estradizione se lo Stato preferisce non procedere.
Gli oppositori armati che rispettano il diritto dei conflitti armati non internazionali non
possono essere citati dinanzi al TPI o dinanzi ad altre corti o tribunali internazionali e
non devono essere processati da paesi terzi o estradati verso il paese teatro
dell’opposizione armata. I crimini di guerra o atti di simile gravità devono sempre
essere istruiti e processati, anche quando l’autore ha trovato rifugio in un’altro paese.
RESUMEN - El estatuto jurídico del oponente armado en los conflictos armados internos
En situaciones de conflicto armado interno, los oponentes armados no se benefician
de la protección que se reconoce a los combatientes legales en los conflictos
internacionales. Los resistentes armados que participan en un conflicto interior gozan
generalmente de una protección parcial y condicional como combatientes. Esta
protección es parcial porque se aplica solo de cara a unos Estados exteriores
(« estados terceros »), y no hacia el adversario (el gobierno). Es condicional porque
se puede suprimir por motivos políticos.
Los Estados terceros consideran en general los actos de los combatientes armados
como delitos políticos y no suelen perseguir ni tampoco extraditar a estas personas
si se refugian en su país. En la práctica, el oponente armado que puede huir a un
país tercero se encuentra en una posición similar a la del combatiente regular de una
parte beligerante. Como si este país reconociera su grupo como una parte beligerante
y sus miembros armados como combatientes regulares. Por lo contrario, si lo desean
estos países y si lo permite su legislación– pueden elegir cooperar con el gobierno
del país donde se produce la oposición armada y extraditar al supuesto criminal. Es
la consecuencia lógica de la flexibilidad de la noción de « delito político », que no
está definida en el derecho internacional.
Sin embargo la inmunidad del combatiente no significa por tanto que pueda quedarse
impune por sus crímenes de guerra. Las disposiciones del derecho penal internacional
restringen la jurisdicción nacional cuando se trata de súbditos extranjeros que han
cometido un delito en el extranjero, pero no se aplican a los « crímenes
internacionales », entre los cuales se encuentran las violaciones graves de los
Convenios de Ginebra y sus Protocolos adicionales y otros delitos graves relativos a
los conflictos armados, incluyendo también los actos de terrorismo.
El derecho internacional no sólo puede levantar las restricciones de competencia
relativas a ciudadanos extranjeros, sino que puede también imponer a los Estados
(por medio de tratados) de introducir explícitamente tal competencia en su derecho
interno. En este caso el Estado tiene también la obligación de extraditar si prefiere
que no sea el que persiga el delito.
El TPI u otros tribunales internacionales no pueden perseguir a los oponentes armados
que respetan el derecho de los conflictos armados no internacionales. No deben
perseguirles los países terceros ni tampoco extraditarlos hacia el país donde se
produjo la oposición armada. Sin embargo, los crímenes de guerra y los actos de
misma gravedad serán objeto de una instrucción y serán perseguido aunque el
autor sea refugiado en otro país